“Zo mevrouw, het wordt tijd dat we u gaan mobiliseren”, zegt een kwieke fysiotherapeut tegen mijn 81-jarige moeder die heel bedenkelijk begint te kijken. Ik zie de oorlog aan haar geestesoog voorbijtrekken. Gelukkig blijkt het mee te vallen, en is het gewoon de bedoeling dat mijn moeder weer een beetje aan het lopen komt nadat ze drie dagen doodziek in een ziekenhuisbed heeft gelegen. Zeg dat dan, denk ik, en maak haar niet onnodig bang met vaktaal.
Datzelfde dacht ik bij de opname toen de verpleger op de eerste hulp – verder een schat overigens – mijn koortsige moeder vroeg of ze hypertensie had en sprak over pseumonie, terwijl zij alleen maar longontsteking dacht te hebben. En bovendien ging hij haar sederen. Als je al geen delier hebt, zou je het krijgen van dit jargon.
Enigszins agressief werd ik van de behandelend arts die mijn volledig heldere moeder aansprak alsof ze een demente kleuter was. Gniffelend heb ik ten slotte de liaisonverpleegkundige geobserveerd. Ze bleef maar vage vragen stellen die ervaring met de thuiszorg veronderstelden, terwijl mijn moeder duidelijk had gezegd dat ze die juist niét had. Dus kwamen op de vraag of er aanpassingen in huis waren gedaan, verhalen over alle verbouwingen van de afgelopen veertig jaar. Ik heb mijn moeder rustig uit laten praten, dat snap je.
Dat valt me dan toch weer tegen, want verder is het ziekenhuis waarin ze is opgenomen, een aangename plek. De aankleding en sfeer is prettig; het gros van de medewerkers is aardig, al verliezen ze zich soms in jargon.
Maar toch … als ik dan de website lees die benadrukt dat de patiënt echt centraal staat, dat tegemoet komen aan de persoonlijke wensen en behoeften begint met ‘héél goed’ naar patiënten luisteren, knaagt er iets. Voor ‘persoonlijke, mensgerichte, respectvolle zorg in een helende omgeving’ – opnieuw een citaat van de website – is meer nodig dan vorm, vriendelijkheid en praten op een prettige en rustige manier. Voor een juiste bejegening is het essentieel dat je gewonemensentaal spreekt en uitgaat van het kennis- en belevingsniveau van je patiënt. Op dat niveau is nog wel wat mobilisatie nodig.
1 Responses to Oh jee, die bejegening